Convenant voor de vertaalsector
Begrip verbindt Het convenant voor de vertaalsector is er
Het is er! Het convenant voor de vertaalsector is na 3 jaar overleg – want ja, corona – naar ieders tevredenheid. Eén document met daarin alle afspraken die de verschillende partijen in de keten dichterbij elkaar brengen en de samenwerking versoepelen. Namens de VViN zat secretaris Eveline van Sandick aan tafel. Zij vertelt over het hoe en waarom van dit convenant.
Iedereen van waarde
“In dit convenant wilden we de waarde die iedereen in de keten toevoegt beter naar voren laten komen. En dat we samen werken aan de beste kwaliteit voor het doel van de eindklant zonder elkaar uit het oog te verliezen. Kees Engels was een van de kartrekkers. Een ideale katalysator, want hij kent zowel de vertalers- als de bureaukant. Dankzij hem konden de VViN en de drie vertalersorganisaties NGTV, VZV en SENSE soepel met elkaar in gesprek blijven.”
Hongaarse inspiratie
In Hongarije speelde iets soortgelijks. Het werd het eerste Europese land met een vertaalconvenant. De Nederlandse delegatie heeft zich door het Hongaarse voorbeeld laten inspireren. Eveline vond vooral de Hongaarse aanpak interessant: “Vertalers en bureaus spraken af bij elkaar te gaan zitten, net zolang totdat ze er samen uit waren. Een goede stimulans om in oplossingen te denken en niet te blijven hangen in pietluttigheden.”
De pijnpunten ontdekken
En zo geschiedde ook in Nederland. Met de tekst van het Hongaarse convenant als vertrekpunt. Artikel voor artikel zijn de aanwezige partijen erdoorheen gelopen. Net zo goed een verhelderend proces volgens Eveline. “Alleen dat al was zó nuttig. We ontdekten waar de pijnpunten zitten voor de vertalers. Bijvoorbeeld het enorme aantal verschillende systemen waarmee ze moeten werken, of hoe overstelpt ze soms worden door de hoeveelheid referentiemateriaal.”
Wisten we niet
Andersom idem dito. Toen de vertalers hoorden wat er allemaal speelt bij de bureaus was hun reactie regelmatig: “Dat wisten we helemaal niet.” En dat is precies de clou. Wederzijds begrip is superbelangrijk. En dit convenant draagt daaraan bij. Eveline ziet het als een manier om de branche met elkaar zo professioneel mogelijk te houden. Op een menselijke manier. Want achter iedere vertaalopdracht zit naast een hoop technologie ook een mens.
“In dit convenant wilden we de waarde die iedereen in de keten toevoegt beter naar voren laten komen.”
Nog meer afspraken?
Maar stonden die afspraken niet al in contracten en raamovereenkomsten? Eveline: “Als je het hebt over prijzen, betaaltermijnen en doorlooptijden klopt dat. Maar dat is tussen individuele vertalers en afzonderlijke vertaalbureaus. Dit convenant is daar geen vervanging voor. Waar we behoefte aan hadden was een respectvolle, transparante manier om de samenwerking verder te bevorderen. Een manier om elkaar beter te begrijpen.”
De deur staat open
En dat is precies wat het convenant doet: professionele partijen onderling verbinden. Niet juridisch, maar gericht op een gezonde, respectvolle manier van samenwerken. “De deuren staan nu veel meer open. Loopt een vertaler ergens tegenaan, dan valt er altijd te praten. Voor de minder prettige kanten aan het vak (denk aan werken met al die verschillende systemen): die zijn makkelijker te accepteren als je snapt waarom ze gaan zoals ze gaan. En dat ze mooie opdrachten opleveren.”
Het voortouw
De volgende stap is om het convenant ook echt te gebruiken. “Wij als bureaus kunnen hier het voortouw in nemen”, vindt Eveline. “Als vertalers zien dat bureaus het convenant onderschrijven, dan is het voor hen makkelijker om dat ook te doen. Maar het is en blijft vrijwillig. Al geldt hier ook de kracht van het collectief. Als iedereen het onderschrijft, wil je niet die ene zijn die dat niet doet.”